Ze zijn katholiek.......
winter 1960 – 1961
Het sneeuwt en ik zit bij het raam van de woonkamer. Aan de andere kant van de straat zit een man in een klein huisje, een noodwoninkje. Ik zie hem naar buiten kijken, hij zit daar elke avond. Overdag werkt hij, samen met andere mannen, aan het nieuwe huis dat tegenover ons wordt gebouwd. Het lijkt er een beetje op dat hij de nieuwbouw bewaakt.
“Hij vertrouwt zeker geen protestanten” zegt mijn moeder, en knikt een beetje meewarig in de richting van het raam. Dat zal het zijn, denk ik want die nieuwe mensen aan de overkant, dat zijn katholieken. Die komen zomaar hier wonen en nog wel recht tegenover ons! En katholieken, die waren nog slechter dan heidenen, had m’n vader verteld. Een heiden, nou die wist gewoon niks van het geloof, maar een katholiek wel. Maar die geloofde verkeerd, niet zoals wij. Ze geloofden in Maria en een voorportaal van de hel, het vagevuur. En heel lang geleden hebben ze ons protestanten op de brandstapel gezet.
Ik kende de verhalen en nog meer de afschuwelijke plaatjes van vastgebonden mensen op een brandstapel.
En nu zat ie daar gewoon naar mij te kijken, vreselijk angstig eigenlijk.
Toen het huis eenmaal bewoond werd bleken de nieuwe buren wel mee te vallen. De vader van het gezin is vaak weg maar de moeder is altijd thuis en heel vriendelijk. Ze hebben alleen dochters, waarvan er eentje ongeveer mijn leeftijd heeft, Anja. Omdat mijn vader ook vaak weg was, speel ik vaak met haar. En als ik bij haar binnen kom is het altijd heel gezellig, haar moeder houdt in een oogwenk de koekjestrommel voor mijn neus en ze doet enthousiast mee met onze spelletjes en fantasieën. Anja en ik, we zijn dikke vrienden.
Maar ’s avonds lig ik vaak wakker, ik pieker en weet me geen raad, want deze vriendelijke mensen gaan naar de hel! “Ze gaan” volgens mijn vader “met een ingebeelde hemel naar de hel”. Daar snap ik niks van en denk verder door, aan oom Johan, die volgens m'n moeder teveel drinkt en is gescheiden. Die aardige oom gaat het ook niet redden volgens mijn vader.
Ik zie aan m'n vader dat het hem verdriet doet, hij is er niet triomfantelijk over. Integendeel, later vertelt hij me dat hij zelf ook onzeker is over zijn eigen lot en dat hij een zware verantwoordelijkheid op zich voelt rusten om te voorkomen dat wij, zijn kinderen, uiteindelijk in de hel zouden belanden.
Tafereel in Dante's Inferno - Fresco in Casa Massimo (CC BY 3.0 - Sailko - wiki)
Ik snap er niets van, waarom moeten gewoon vriendelijke mensen naar de hel? Mijn eerste serieuze confrontatie met het geloof is geboren. In mei 1961 verhuizen we naar de stad en ik kom voorlopig geen katholieken meer tegen.
Deze gastblog schreef ik onder pseudoniem op 12 augustus 2016 op https://dogmavrij.nl